Tilburg stopt met vergunningsplicht autoverhuurbedrijven
Gemeente Tilburg stopt definitief met de vergunningsplicht voor autoverhuurbedrijven. De 7 autoverhuurders die een vergunning hebben afgenomen krijgen het geld terug van de gemeente. Dat schrijft burgemeester Theo Weterings in een raadsbrief aan de gemeenteraad.
Sinds een recente uitspraak van de Raad van State, waarin het dwangsombesluit van de gemeente Tilburg tegen verhuurder KAV werd vernietigd, geldt in de stad in principe geen vergunningsplicht meer voor verhuurders. Tilburg voerde de plicht in 2017 in strijd tegen criminele praktijken. Lees ook: Raad vernietigt dwangsombesluit gemeente Tilburg voor KAV.
Weterings geeft in de raadsbrief aan dat de vergunningsplicht wel degelijk een positief effect heeft gehad. “Het merendeel van de autoverhuurbedrijven die gevestigd was in Tilburg, vóórdat de vergunningplicht voor de autoverhuurbranche werd ingevoerd, heeft na invoering van de vergunningplicht, geen vergunning aangevraagd. Een enkeling vestigde zich ergens anders, maar het merendeel heeft de bedrijfsvoering gestaakt. Daarbij is actief gehandhaafd op de vergunningplicht. Beide elementen hebben er voor gezorgd dat de autoverhuurbranche in Tilburg is opgeschoond.”
Deze uitspraak is opmerkelijk, omdat er dus ook verhuurbedrijven zijn geweest die geen vergunning hebben aangevraagd omdat ze het niet met het beleid eens waren, zoals KAV.
Signaal
Henk van den Helder, voorzitter Bovag verhuurbedrijven, is blij met het besluit van de gemeente. De branchevereniging verzocht Tilburg onlangs om duidelijkheid te schetsen over de vergunningsplicht. “De uitspraak van de Raad van State is duidelijk geweest, dus het is goed nieuws dat de gemeente het geld restitueert aan de autoverhuurbedrijven. Daarbij is het ook een goed signaal aan andere gemeenten, dat als ze een vergunningsplicht in willen voeren, dit gratis moet zijn. Een vergunning moet niet bedoeld zijn om de gemeentekas te spekken. Nog beter zou een landelijke vergunningsplicht, om het kaf van het koren te scheiden, zijn.”
