Van babyboomers tot generatie Z: hoe werken ze optimaal samen?

Brand story • Het volgen van vaktechnische trainingen in de autobedrijven is gemeengoed. Dit dwingt om na te denken over communicatie. Vakwerk afleveren is een vereiste, maar de juiste communicatie is minstens zo belangrijk. Zowel extern, met de klant, als intern.
Albert-Jan Cornelissen Albert-Jan Cornelissen
Foto: OOMT

En in het laatste geval staan autobedrijven voor een nieuwe uitdaging. We hebben namelijk te maken met maar liefst vijf verschillende generaties op de werkvloer. Dat is nog nooit zo geweest en betekent heel verschillende zienswijzen en benadering van het werk. OOMT-adviseur Erikjan van Rijn: “Vijf is veel en komt doordat babyboomers langer doorwerken en de jongste Z-generatie, op jongere leeftijd al gaat werken omdat ze eerder is afgestudeerd. Hoe zorg je er als leidinggevende voor dat verschillende generaties elkaar gaan snappen en vooral: dat ze beter gaan samenwerken, meer rendement scoren en dus meer binding met het bedrijf krijgen?”

Marcel Boot, vestigingsmanager bij AutoKievit Rotterdam: “Ik wilde een optimale samenwerking realiseren in ons team en daarvoor heb ik met succes Erikjan van Rijn in de arm genomen. Na zijn training is er duidelijk sprake van een betere onderlinge communicatie en meer een gevoel van creativiteit en verbondenheid aan ons bedrijf.”

Cultuurverandering

Er is een cultuurverandering nodig om tot een beter rendement te komen. “We koppelen mensen aan elkaar, die elkaar vervolgens gaan mentoren: wat wil ik van jou leren en andersom. De automotive is erg resultaatgericht vanwege de smalle marges. Met onze mensgerichte aanpak laten we het team zelf denken hoe rendement te realiseren. We stimuleren het ‘wij’-gevoel”, aldus Erikjan van Rijn, die daarna de verschillende denkwijzen binnen een groep schetst. “We hebben te maken met vijf groepen die nog steeds werken, geboren tussen 1940 en 2015. Ik begin met de Babyboomers (1945-1955), arm geboren, protestgeneratie en aansluitend een grote groei gerealiseerd. Daarna kwam de Generatie X (1955 – 1970). Getypeerd door loyaliteit, samenwerken, verbindend, behoudend, expert worden, maar ook een verloren generatie omdat er weinig banen waren toen ze van school af kwamen.

Patatgeneratie

Vervolgens komen de Pragmaten (1970 – 1985), de zogenaamde patatgeneratie getypeerd door groei, resultaat, daadkrachtig, opportunistisch, omhoogklimmen, kapitalistisch, onafhankelijk, no nonsens, kortom ‘geld verdienen’. Dan volgt de grootste groep: Generatie Y (1985 – 2000). Hun motto is ‘werken om te leven’, individualistisch, erg kritisch, out of the box denkend, een flexibel carrièrepad met veel meer jobhoppers. De laatste is Generatie Z (2000 – 2016), erg bewust en kwetsbaar als het om de toekomstvisie gaat, opgegroeid in een digitale wereld met meerdere economische crises zoals corona, de wereld biedt niet veel zekerheden en polariseert. Kortom, een beetje angstig voor de toekomst, dus erg toekomstgericht.”

In een paar zinnen worden de enorme onderlinge verschillen duidelijk. Marcel Boot: “Het belangrijkste is dat iedereen open met elkaar communiceert. Als senior moet je het goeie voorbeeld geven en voor de jongeren geldt: ‘sommige dingen moeten gewoon gebeuren’. Verder dient het management de medewerkers te ondersteunen in hun persoonlijke situatie zoals trouwen, kinderen krijgen, echtscheiding, een huis kopen enzovoort. Het gaat om de kwaliteit van de interactie tussen de mensen, wat kan je leren van elkaar?!”

Van babyboomers tot generatie Z: hoe werken ze optimaal samen? | Automotive Online

Van babyboomers tot generatie Z: hoe werken ze optimaal samen?

Brand story • Het volgen van vaktechnische trainingen in de autobedrijven is gemeengoed. Dit dwingt om na te denken over communicatie. Vakwerk afleveren is een vereiste, maar de juiste communicatie is minstens zo belangrijk. Zowel extern, met de klant, als intern.
Albert-Jan Cornelissen Albert-Jan Cornelissen
Foto: OOMT

En in het laatste geval staan autobedrijven voor een nieuwe uitdaging. We hebben namelijk te maken met maar liefst vijf verschillende generaties op de werkvloer. Dat is nog nooit zo geweest en betekent heel verschillende zienswijzen en benadering van het werk. OOMT-adviseur Erikjan van Rijn: “Vijf is veel en komt doordat babyboomers langer doorwerken en de jongste Z-generatie, op jongere leeftijd al gaat werken omdat ze eerder is afgestudeerd. Hoe zorg je er als leidinggevende voor dat verschillende generaties elkaar gaan snappen en vooral: dat ze beter gaan samenwerken, meer rendement scoren en dus meer binding met het bedrijf krijgen?”

Marcel Boot, vestigingsmanager bij AutoKievit Rotterdam: “Ik wilde een optimale samenwerking realiseren in ons team en daarvoor heb ik met succes Erikjan van Rijn in de arm genomen. Na zijn training is er duidelijk sprake van een betere onderlinge communicatie en meer een gevoel van creativiteit en verbondenheid aan ons bedrijf.”

Cultuurverandering

Er is een cultuurverandering nodig om tot een beter rendement te komen. “We koppelen mensen aan elkaar, die elkaar vervolgens gaan mentoren: wat wil ik van jou leren en andersom. De automotive is erg resultaatgericht vanwege de smalle marges. Met onze mensgerichte aanpak laten we het team zelf denken hoe rendement te realiseren. We stimuleren het ‘wij’-gevoel”, aldus Erikjan van Rijn, die daarna de verschillende denkwijzen binnen een groep schetst. “We hebben te maken met vijf groepen die nog steeds werken, geboren tussen 1940 en 2015. Ik begin met de Babyboomers (1945-1955), arm geboren, protestgeneratie en aansluitend een grote groei gerealiseerd. Daarna kwam de Generatie X (1955 – 1970). Getypeerd door loyaliteit, samenwerken, verbindend, behoudend, expert worden, maar ook een verloren generatie omdat er weinig banen waren toen ze van school af kwamen.

Patatgeneratie

Vervolgens komen de Pragmaten (1970 – 1985), de zogenaamde patatgeneratie getypeerd door groei, resultaat, daadkrachtig, opportunistisch, omhoogklimmen, kapitalistisch, onafhankelijk, no nonsens, kortom ‘geld verdienen’. Dan volgt de grootste groep: Generatie Y (1985 – 2000). Hun motto is ‘werken om te leven’, individualistisch, erg kritisch, out of the box denkend, een flexibel carrièrepad met veel meer jobhoppers. De laatste is Generatie Z (2000 – 2016), erg bewust en kwetsbaar als het om de toekomstvisie gaat, opgegroeid in een digitale wereld met meerdere economische crises zoals corona, de wereld biedt niet veel zekerheden en polariseert. Kortom, een beetje angstig voor de toekomst, dus erg toekomstgericht.”

In een paar zinnen worden de enorme onderlinge verschillen duidelijk. Marcel Boot: “Het belangrijkste is dat iedereen open met elkaar communiceert. Als senior moet je het goeie voorbeeld geven en voor de jongeren geldt: ‘sommige dingen moeten gewoon gebeuren’. Verder dient het management de medewerkers te ondersteunen in hun persoonlijke situatie zoals trouwen, kinderen krijgen, echtscheiding, een huis kopen enzovoort. Het gaat om de kwaliteit van de interactie tussen de mensen, wat kan je leren van elkaar?!”