Hongaarse premier Viktor Orbán: importheffingen vormen ‘grote bedreiging’
De Europese Unie is op weg naar een ‘economische koude oorlog’ als invoerheffingen voor elektrische voertuigen uit China worden goedgekeurd. Dat vindt de Hongaarse premier Viktor Orbán. Hij zei vrijdagochtend op een staatsradiozender dat die tarieven een ‘grote bedreiging’ vormen voor zijn land, dat zowel met de EU als China wil blijven handelen. Dat meldt het ANP.
De premier stelt dat de verkoop van Europese producten moeizamer gaat als de wereldwijde economie is verdeeld in twee blokken en dat het onduidelijk is of zijn land dan kan doorgaan met zijn beleid van ‘economische neutraliteit’. De Hongaarse economie is sterk afhankelijk van de auto-industrie en Orbán wil meer Chinese autoproducenten naar zijn land halen. Ook Polen is in de race voor Chinese autofabrieken.
Verdeeldheid
EU-lidstaten stemmen later vandaag (4 oktober) over heffingen van tientallen procenten op Chinese elektrische voertuigen. Ondanks de verdeeldheid stemt een meerderheid van 15 EU-lidstaten naar verwachting voor het voorstel. Zo ook de Franse president Emmanuel Macron. Hij vindt de huidige subsidies van de Chinezen ‘onaanvaardbaar’. Niet heel verwonderlijk overigens: Frankrijk bouwt relatief weinig auto’s in China voor de export en wil de Franse auto-industrie beschermen.
De Duitse bondskanselier Olaf Scholz stemt echter tegen de heffingen op elektrische auto’s uit China, meldt het Duitse persbureau dpa op basis van ingewijden. Ook Duitse automakers, zoals BMW, hebben zich de afgelopen tijd kritisch uitgesproken over de heffingen, omdat China een belangrijke afzetmarkt is. Zij vrezen een handelsoorlog.
