Minister verplicht voertuigeigenaren recall op te volgen op straffe van wegverbod
De minister van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan een regeling die voertuigeigenaren verplicht om gehoor te geven aan een terugroepactie van de RDW. Als de voertuigeigenaar binnen een bepaalde termijn de auto niet laat herstellen dan mag de auto de openbare weg niet meer op. Dat staat in een brief die minister Stientje van Veldhoven (milieu en wonen) mede namens het ministerie van Infrastructuur vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Intrekken Europese goedkeuring
De verplichting om gehoor te geven aan een recall volgt op een onderzoek van de RDW naar sjoemelsoftware in 2017. Hieruit bleek dat er in Suzuki’s Vitara en Jeeps Grand Cherokee – die een Nederlandse typegoedkeuring hebben – software zat om de emissiewaarden van fijnstof te manipuleren. Als gevolg daarvan stoten deze auto’s in de praktijk veel meer stikstof uit dan de grenswaarden die golden tijdens de toelating van deze auto’s.
RDW onderzocht vervolgens ook de maatregelen die de betreffende fabrikanten namen, tezamen met een algemener onderzoek naar het afwikkelen van recalls. Want áls de fabrikanten erin slagen om de software zo aan te passen dat de auto’s wel aan de toelatingseisen voldoen, dan moeten de voertuigeigenaren wel gehoor geven aan de recall voor een dergelijke software-update. En dat doen ze lang niet altijd: in het geval van Volkswagen heeft vier jaar na dato ‘slechts’ 75 procent van de eigenaren gehoor gegeven aan de oproep van de fabrikant om met de auto naar de garage te gaan.
In het geval van Suzuki bleek uit het aanvullende onderzoek van RDW dat de toegepaste software-update niet tot verbetering leidt. Dit merk moet nu uiterlijk in februari 2020 met “adequate verbetermaatregelen” komen om de uitstoot te verminderen. Gebeurt dit niet, dan wordt de typegoedkeuring ingetrokken. Bij Jeep is deze intrekkingsprocedure ook al in gang gezet, maar dan uit voorzorg: dit merk krijgt de tijd om al zijn voertuigen in Europa te voorzien van een software-update. Of deze update toereikend is, wordt nog onderzocht.
Onacceptabel
Mochten beide merken met een adequate oplossing komen, dan moet die uiteindelijk wel worden uitgevoerd. Het probleem hierbij is dat de verantwoordelijkheid voor een recall bij de fabrikant ligt. Die is verplicht om alles in het werk te stellen om een voertuig terug te roepen en te herstellen, zonder herstelkosten voor de eigenaar van het voertuig. Een voertuigeigenaar is echter niet verplicht om gehoor te geven aan een terugroepactie.
Volgens RDW moet dat veranderen, omdat het anders kan zijn dat er auto’s rond blijven rijden die feitelijk niet voldoen aan de typegoedkeuringseisen. “De minister van Infrastructuur en Waterstaat en ik achten het onacceptabel vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid en milieu dat niet alle teruggeroepen voertuigen worden hersteld en vinden deze voorgestelde maatregel (een verplichte recall op straffe van een rijverbod, red) proportioneel”, zo schrijft minister Van Veldhoven. Minister Van Nieuwenhuizen werkt nu een voorstel voor een wettelijke regeling uit, met daarbij de condities waaronder een verbodsbepaling kan worden opgelegd.
Dat de Rijksdienst in zijn vervolgonderzoek adviseert om recalls ook voor consumenten verplicht te stellen is opvallend: in 2016 zei RDW nog een dergelijke verplichting niet te kunnen handhaven.
