Athlon verliest rechtszaak: Ericsson hoeft tekenbonus niet terug te betalen
Leasemaatschappij Athlon Car Lease is door de rechter in het ongelijk gesteld in een rechtszaak die het bedrijf had aangespannen tegen Ericsson Telecommunicatie. De telecom-gigant was tussen 2008 en 2016 klant van Athlon. Met een verlenging van het contract in het vooruitzicht – er werd een ‘framework agreement’ getekend – betaalde Athlon een ‘stay on bonus’ van ruim twee ton aan Ericsson. Het nieuwe contract zou ingaan op 1 juli 2017 en kende een looptijd van vier jaar. Ericsson gaf aan tussen de 40 en 50 nieuwe leaseauto’s per jaar in te gaan zetten.
In december 2017, toen Athlon de beschikking kreeg over de 2016-jaarrekening van Ericsson, is het bedrijf vragen over de financiële positie van Ericsson gaan stellen. De telecommaatschappij was een intercompany lening aangegaan waardoor de credit check negatief uitpakte. Athlon eiste vervolgens een bankgarantie, maar kreeg die niet. Daarna brak Athlon – dat inmiddels onderdeel was geworden van Daimler – de onderhandelingen af en vorderde het de betaalde 225 duizend euro terug omdat het contract nooit definitief is geworden. Het bedrijf liet later ook beslag leggen op tegoeden van Ericsson.
Eigen rekening
De rechtbank van West-Brabant/Zeeland oordeelt echter dat Ericsson wel degelijk ervan uit mocht gaan een nieuw contract te hebben gesloten. De rechtbank schrijft: “De beschikbare stukken bieden geen aanleiding te veronderstellen dat partijen het over de inhoud van de overeenkomst niet eens zouden worden. De totstandkoming van de overeenkomst is belet doordat Athlon voor haar ontoereikende antwoorden kreeg op vragen over de financiële positie van Ericsson en als gevolg daarvan na een negatieve credit check heeft afgezien van de beoogde overeenkomst. Indien het interne beleid van Athlon (al dan niet als gevolg van de komst van een nieuwe eigenaar) aldus is dat zij slechts overeenkomsten sluit als een credit check positief is, kan niet gezegd worden dat het volgen van zo’n beleid op zichzelf niet een redelijk belang dient en in strijd met de redelijkheid en billijkheid is. De omstandigheden van dit geval maken echter dat de redelijkheid en billijkheid verlangen dat de gevolgen van het handelen van Athlon, zoals dat vanaf december 2017 heeft plaatsgehad, voor haar rekening blijven.”
Keuzevrijheid
De rechter weegt daarbij mee dat partijen al een lange relatie hebben waarbij Ericsson steeds zijn betalingsverplichtingen is nagekomen. “Athlon heeft wel gesteld dat zij bij elke contractverlenging een credit check uitvoert, maar niet toegelicht of zij daarover in het verleden met Ericsson heeft gecorrespondeerd, in het bijzonder of zij vergelijkbare vragen stelde als nu het geval is. Ericsson heeft namelijk aangevoerd dat zij in het verleden ook mindere jaren heeft gehad en dat de intercompany-lening, die nu voor Athlon aanleiding was vragen te stellen over de kredietwaardigheid, ook in eerdere jaarrekeningen is te zien.”
Daar komt bij dat Athlon tijdens het lange onderhandelingstraject vanaf medio 2016 geen enkele indicatie heeft gegeven dat de kredietwaardigheid van Ericsson een nieuwe vierjarige overeenkomst in de weg zou kunnen staan. De afgesloten ‘framework agreements’ kunnen volgens de rechtbank niet anders aangemerkt worden dan als contractverlengingen. “In het licht van al het vorenstaande bezien zijn is het weigeren van een positieve credit check weliswaar de keuzevrijheid van Athlon, maar […] moeten de gevolgen daarvan […] voor haar rekening komen omdat de redelijkheid en billijkheid dat verlangen.”
Athlon laat in een reactie weten het vonnis te bestuderen. Een besluit over een eventueel hoger beroep is nog niet genomen.
