‘Franchisenemers onvoldoende beschermd’
Bovag, dat dit jaar lid werd van het Franchise Netwerk Nederland, pleit voor de invoering van een Franchisecode, waarin franchisers beter beschermd worden ten opzichte van de franchisegever. In Nederland zijn er in totaal ongeveer duizend franchiseformules actief. In de autobranche zijn er 64 formules in het rapport meegenomen, samen goed voor 3.700 vestigingen. Waaronder merkdealers, garage- en schadeformules. De gezamenlijke franchise-omzet is met 23 miljard euro in de autobranche het grootst van alle sectoren. Franchise-supermarkten zijn goed voor een omzet van ruim 13 miljard. Zowel in de supermarktbranche als in de automotive zijn franchisenemers verantwoordelijk voor ruim een derde van de brancheomzet.
De huidige Europese groepsverordening biedt dealers onvoldoende bescherming, stelde de Europese dealervereniging Cecra al eerder. Voor Bovag reden om zich te richten op Nederlandse wetgeving. Dealers constateren dat zij steeds meer in de rol van agent (lees: hard franchise) geduwd worden.Nieuwe wetgeving geldt voor alle contractrelaties en gaat inmiddels verder dan alleen merkdealers. “We pakken het nu Bovag-breed op want eigenlijk werken nagenoeg alle branches die wij vertegenwoordigen in een franchise-achtige constructie, zoals rijscholen en tweewielerbedrijven”, licht Elvira Spoelstra, hoofdredacteur van Bovag-krant, toe.
Franchisecode
Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat gaf vorige week in een overleg met de vaste Kamercommissie van Economische Zaken en Klimaat aan te komen met regelgeving om een einde te maken aan de machtsongelijkheid tussen franchisenemers en franchisegevers. Een goede zaak, vindt Bovag. “Stringente regelgeving draagt ook bij aan het economisch functioneren, zo blijkt uit onderzoek. De economische impact van franchisenemers in Nederland is bijna 3 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Daarmee scoort Nederland aanmerkelijk lager dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten waar franchisenemers 7,4 procent bijdragen aan het BBP. In Australië is het percentage van de franchiseomzet 10,8 procent van het BBP. Dit zijn landen waar sprake is van stringente regulering op het gebied van franchising.”
Lees het hele rapport in de Automotive Kennisbank.
Geld verdienen
Tijdens het in december gehouden Automotive Dealerholdingseminar gingen Arnold Koopmans (jurist van onder meer Cecra en voorzitter Toyota Dealervereniging) en Walter van Overbeek (partner bij Houthoff) in debat over de Franchisecode. Koopmans ziet dat fabrikanten steeds meer experimenteren met online verkoop. Het Franchise Netwerk wil onder andere dat de franchisegever correcte en volledige informatie verstrekt voordat het contract wordt overeengekomen en voordat er investeringen van de franchisenemer worden gevraagd. Dan gaat het bijvoorbeeld om het geven van inzage in de te behalen rendementen op investeringen die de fabrikant eist. Ook mag de franchisegever een verzoek tot beëindiging of tussentijdse overdracht van de onderneming van de franchisenemer niet op onredelijke gronden verhinderen. Koopmans: “Het dealerschap wordt steeds meer hard franchise, maar tegelijkertijd wordt het verdienmodel van de dealer beperkter terwijl deze wel fors moeten blijven investeren. In de nieuwe franchisewetgeving waar wij als branchevereniging voor lobbyen krijgen franchisenemers een betere rechtspositie en ontstaat er meer balans.”
Van Overbeek ziet op zijn beurt het nut niet in van nieuwe wetgeving. “De fabrikant heeft er belang bij om zijn dealers geld te laten verdienen. Daarom zijn al die netwerken ingedikt. Ook in de toekomst hebben zij dealers nodig. Die noodzaak tot nieuwe wetgeving zie ik niet.” Daarnaast stelt Van Overbeek zich op het standpunt dat de klassieke autodealer niet te kwalificeren is als franchisenemer. “Bij franchise gaat het er primair om dat bepaalde producten of diensten volgens een door de franchisegever ontwikkelde specifieke franchiseformule aan de man worden gebracht. Van zo’n formule is bij autodealers geen sprake. Als je het goed bekijkt verschillen de producten en diensten weliswaar, maar hanteren ze eigenlijk allemaal dezelfde formule.”
