Het gemiddelde dealerrendement is in het eerste halfjaar gedaald van 1,12 naar 0,6 procent. Over de eerste zes maanden noteerde de gemiddelde dealervestiging zo’n 37 duizend euro als netto resultaat, tegen 68 duizend euro in dezelfde periode in 2018. Dat meldt Bovag zojuist. In het eerste kwartaal was er ook al sprake van een forse daling.

Volgens Bovag is een van de problemen dat het personeelsbestand gemiddeld met 7,3 procent is gegroeid, terwijl de omzet per fte juist met 4,5 procent daalde. “Het is verontrustend dat het verwachte jaartotaal van de gefactureerde uren per monteur blijft dalen en nu uitkomt op 1.277 uur. In 2010 werden nog 1.450 gefactureerde uren per monteur genoteerd en vorig jaar waren dat er 1.339. De absorptieratio, een belangrijke indicator die aangeeft in welke mate het resultaat van de aftersales de totale kosten van de onderneming dekt, is gedaald van bijna 80 procent een jaar geleden tot 76,4 procent”, schrijft Bovag. De autobranche heeft nog geen antwoord op de structurele veranderingen. Dat concludeert de brancheorganisatie van accountants SRA. ‘Zwakke takken staan op breken.’

Dealervoorzitter Bert de Kroon stelt dat de interne processen bij dealerbedrijven echt geoptimaliseerd moeten worden. “Keer op keer benadrukken we het belang van procesoptimalisatie, maar kennelijk zijn veel dealers niet in staat om tot noodzakelijke verbeteringen te komen.” Voor Bovag is dit dan ook het moment om de helpende hand te bieden. “Wij hebben samen met opleidingsinstituut Innovam en ontwikkelingsfonds OOMT een oplossing ontwikkeld. Samen gaan we 12 maanden lang 20 vestigingen coachen naar meer rendement en meer efficiency in de aftersales. Ik ben ervan overtuigd dat dit een belangrijk deel is van de route naar een toekomstbestendig dealerresultaat. Daarnaast staan ook klanttevredenheid en ontwikkeling van medewerkers centraal’, zegt De Kroon.

Het gemiddelde dealerrendement is in het eerste halfjaar gedaald van 1,12 naar 0,6 procent. Over de eerste zes maanden noteerde de gemiddelde dealervestiging zo’n 37 duizend euro als netto resultaat, tegen 68 duizend euro in dezelfde periode in 2018. Dat meldt Bovag zojuist. In het eerste kwartaal was er ook al sprake van een forse daling.

Volgens Bovag is een van de problemen dat het personeelsbestand gemiddeld met 7,3 procent is gegroeid, terwijl de omzet per fte juist met 4,5 procent daalde. “Het is verontrustend dat het verwachte jaartotaal van de gefactureerde uren per monteur blijft dalen en nu uitkomt op 1.277 uur. In 2010 werden nog 1.450 gefactureerde uren per monteur genoteerd en vorig jaar waren dat er 1.339. De absorptieratio, een belangrijke indicator die aangeeft in welke mate het resultaat van de aftersales de totale kosten van de onderneming dekt, is gedaald van bijna 80 procent een jaar geleden tot 76,4 procent”, schrijft Bovag. De autobranche heeft nog geen antwoord op de structurele veranderingen. Dat concludeert de brancheorganisatie van accountants SRA. ‘Zwakke takken staan op breken.’

Dealervoorzitter Bert de Kroon stelt dat de interne processen bij dealerbedrijven echt geoptimaliseerd moeten worden. “Keer op keer benadrukken we het belang van procesoptimalisatie, maar kennelijk zijn veel dealers niet in staat om tot noodzakelijke verbeteringen te komen.” Voor Bovag is dit dan ook het moment om de helpende hand te bieden. “Wij hebben samen met opleidingsinstituut Innovam en ontwikkelingsfonds OOMT een oplossing ontwikkeld. Samen gaan we 12 maanden lang 20 vestigingen coachen naar meer rendement en meer efficiency in de aftersales. Ik ben ervan overtuigd dat dit een belangrijk deel is van de route naar een toekomstbestendig dealerresultaat. Daarnaast staan ook klanttevredenheid en ontwikkeling van medewerkers centraal’, zegt De Kroon.