Analyse | Autobranche kan meer vergroening verwachten na EU-verkiezingen

Peter Teffer Peter Teffer
De Europese verkiezingsuitslag zorgt voor spannende tijden voor de autobranche. (Foto: Shutterstock)

Enkele dagen voor de verkiezingen voor het Europees Parlement, op 22 mei, wees Erik Jonnaert van de Europese autofabrikantenkoepel Acea op de vele voordelen die autobedrijven genieten dankzij de Europese interne markt. Ironisch genoeg was het voorgenomen uittreden van één van de EU-leden, het Verenigd Koninkrijk, de afgelopen jaren juist erg effectief in het illustreren van het belang van een Europese Unie voor de auto-industrie, schreef Jonnaert. “Mensen aan alle kanten van het politieke spectrum erkennen nu dat onze sterk geïntegreerde toeleveringsketens, gebaseerd op ‘just-in-time’ levering, eenvoudigweg niet zouden werken als er opnieuw grenscontroles zouden worden ingevoerd.”

Eurosceptisch

De interne Europese markt laat autobedrijven immers zonder barrières onderdelen verschepen van het ene EU-land naar het andere. Dat het Verenigd Koninkrijk straks als gevolg van het Brexitreferendum mogelijk geen onderdeel meer is van die markt, baart autofabrikanten en autobedrijven die daar actief zijn grote zorgen. In die zin is de uitslag van de verkiezingen van mei enigszins zorgelijk voor Acea. Het vrij verkeer van goederen komt uiteraard niet in gevaar, maar het aantal Europarlementariërs uit eurosceptische partijen is wel gegroeid. De twee eurosceptische groepen Europa van Vrijheid en Directe Democratie en Europa van Naties en Vrijheid kregen er 34 leden bij en hebben nu samen 112 van de 751 zetels. Tegelijk moet daarbij worden opgemerkt dat dit inclusief 29 Britten is van de Brexit Party die zo snel mogelijk weer het Europees Parlement willen verlaten.

De grootste vriend van de autobranche, de EVP, verloor 37 zetels.

Na de verkiezingen is er nog altijd een comfortabele meerderheid van pro-Europese fracties. Bij elkaar kregen de vier fracties die het meest positief staan tegenover Europese integratie 506 zetels. Dit zijn echter niet de fracties die traditioneel het meest onvoorwaardelijk opkomen voor de belangen van de auto-industrie. Een grote vriend van de autobranche is de Europese Volkspartij (EVP) van centrumrechtse christen-democraten, die vaak al te strenge milieunormen blokkeren. De EVP is nog altijd de grootste, maar verloor 37 zetels, waaronder die van vijf Duitse EVP’ers. Duitsland levert 96 Europarlementariërs en heeft daarmee altijd veel invloed. Een andere steunpilaar van Das Auto bestaat uit de Duitse centrumlinkse sociaaldemocraten, die elf EU-zetels moesten inleveren. De centrumlinkse fractie S&D verloor 32 zetels.

Groenen

Dat juist in Duitsland de Groenen het goed deden – ze stegen van 13 naar 22 zetels – zal enige verontrusting veroorzaken op het hoofdkantoor van Acea en diens leden. De groene fractie is nu de vierde grootste fractie, na de liberalen, die het ook goed deden bij de verkiezingen. Waar het gaat om milieunormen stemmen de groenen en liberalen vaak voor strengere maatregelen dan de EVP en S&D. En nu deze twee centrumpartijen geen meerderheid meer hebben, zouden de groenen of liberalen in ruil voor strengere milieunormen die meerderheid kunnen leveren.

En de groenen hebben een wensenlijstje: ze willen bijvoorbeeld dat er vanaf 2030 geen benzine- of dieselauto’s meer worden verkocht. In een aantal EU-lidstaten is er al een discussie over een verbod op de verkoop van benzine- en dieselauto’s, waaronder in Nederland, maar het is nog onduidelijk hoe dat in de praktijk is in te voeren. Stel dat Denemarken wel zo een verbod heeft, maar Duitsland niet: hoe voorkomt Denemarken dan dat Deens benzineliefhebbers een auto in Duitsland kopen?

Boete voor sjoemelauto

Een aantal autogerelateerde wetten en regels zijn al afgesproken en zullen in de komende jaren ingaan. Zoals de Europese Commissie vanaf volgend jaar strenger kan optreden tegen dieselsjoemelaars. In geval van dralende nationale autoriteiten zou de Commissie boetes van wel 30 duizend euro per sjoemelauto kunnen opleggen. Ook is afgesproken dat de CO2-uitstoot van auto’s in 2030 met 37,5 procent moet zijn gedaald vergeleken met 2021. Wat nog boven de markt hangt, is een reactie op een belangrijke Dieselgate-uitspraak van het Europese Hof van Justitie, vorig jaar december. Het Hof zei dat een versoepeling van de dieselnormen tegenstrijdig was met het EU-recht.

De verantwoordelijke eurocommissaris voor industrie Elzbieta Bienkowska is tegen die uitspraak in beroep gegaan, maar beloofde ook nieuwe regels om te voorkomen dat er een juridisch vacuüm zou ontstaan. Bienkowska, die nog maar vijf maanden eurocommissaris is, heeft het nieuwe wetsvoorstel echter nog niet openbaar gemaakt – terwijl goedkeuring van het Europees Parlement nodig is.

Zelfrijdend en connected

In het bericht dat Acea vlak voor de verkiezingen stuurde, stond een wensenlijstje voor het nieuwe Europees Parlement, met bovenaan het steunen van de introductie van connected en zelfrijdende auto’s. Daar lijkt een meerderheid voor te zijn. De Europese liberalen hadden het stimuleren van de ontwikkeling van de zelfrijdende auto net als de EVP prominent in hun verkiezingsmanifest staan. “De EU moet de eerste zijn die zelfrijdende voertuigen op haar wegen mogelijk maakt en innovatieve oplossingen voor de ‘last mile’ van leveringen,” aldus het manifest van de liberalen. Ook benadrukken de liberalen dat auto’s emissieloos moeten zijn.

De kleur van het Europees Parlement is voor de autobranche belangrijk, omdat het parlement immers de door de EC ingediende wetsvoorstellen keurt. De kans is aanwezig dat strengere milieunormeringen eerder zullen worden goedgekeurd, anderzijds hangt dat vooral af van hoe de nieuwe Europese Commissie – die na de zomer zal worden geïnstalleerd – eruit ziet, en wie de posities voor Klimaat en Industrie invullen. Acea zal het met argusogen volgen.

Geplaatst in rubriek:
Peter Teffer
Peter Teffer

Peter Teffer is freelance journalist en auteur van het boek Dieselgate. Voor Automotive houdt hij de autogerelateerde ontwikkelingen in Brussel in de gaten.

Analyse | Autobranche kan meer vergroening verwachten na EU-verkiezingen | Automotive Online

Analyse | Autobranche kan meer vergroening verwachten na EU-verkiezingen

Peter Teffer Peter Teffer
De Europese verkiezingsuitslag zorgt voor spannende tijden voor de autobranche. (Foto: Shutterstock)

Enkele dagen voor de verkiezingen voor het Europees Parlement, op 22 mei, wees Erik Jonnaert van de Europese autofabrikantenkoepel Acea op de vele voordelen die autobedrijven genieten dankzij de Europese interne markt. Ironisch genoeg was het voorgenomen uittreden van één van de EU-leden, het Verenigd Koninkrijk, de afgelopen jaren juist erg effectief in het illustreren van het belang van een Europese Unie voor de auto-industrie, schreef Jonnaert. “Mensen aan alle kanten van het politieke spectrum erkennen nu dat onze sterk geïntegreerde toeleveringsketens, gebaseerd op ‘just-in-time’ levering, eenvoudigweg niet zouden werken als er opnieuw grenscontroles zouden worden ingevoerd.”

Eurosceptisch

De interne Europese markt laat autobedrijven immers zonder barrières onderdelen verschepen van het ene EU-land naar het andere. Dat het Verenigd Koninkrijk straks als gevolg van het Brexitreferendum mogelijk geen onderdeel meer is van die markt, baart autofabrikanten en autobedrijven die daar actief zijn grote zorgen. In die zin is de uitslag van de verkiezingen van mei enigszins zorgelijk voor Acea. Het vrij verkeer van goederen komt uiteraard niet in gevaar, maar het aantal Europarlementariërs uit eurosceptische partijen is wel gegroeid. De twee eurosceptische groepen Europa van Vrijheid en Directe Democratie en Europa van Naties en Vrijheid kregen er 34 leden bij en hebben nu samen 112 van de 751 zetels. Tegelijk moet daarbij worden opgemerkt dat dit inclusief 29 Britten is van de Brexit Party die zo snel mogelijk weer het Europees Parlement willen verlaten.

De grootste vriend van de autobranche, de EVP, verloor 37 zetels.

Na de verkiezingen is er nog altijd een comfortabele meerderheid van pro-Europese fracties. Bij elkaar kregen de vier fracties die het meest positief staan tegenover Europese integratie 506 zetels. Dit zijn echter niet de fracties die traditioneel het meest onvoorwaardelijk opkomen voor de belangen van de auto-industrie. Een grote vriend van de autobranche is de Europese Volkspartij (EVP) van centrumrechtse christen-democraten, die vaak al te strenge milieunormen blokkeren. De EVP is nog altijd de grootste, maar verloor 37 zetels, waaronder die van vijf Duitse EVP’ers. Duitsland levert 96 Europarlementariërs en heeft daarmee altijd veel invloed. Een andere steunpilaar van Das Auto bestaat uit de Duitse centrumlinkse sociaaldemocraten, die elf EU-zetels moesten inleveren. De centrumlinkse fractie S&D verloor 32 zetels.

Groenen

Dat juist in Duitsland de Groenen het goed deden – ze stegen van 13 naar 22 zetels – zal enige verontrusting veroorzaken op het hoofdkantoor van Acea en diens leden. De groene fractie is nu de vierde grootste fractie, na de liberalen, die het ook goed deden bij de verkiezingen. Waar het gaat om milieunormen stemmen de groenen en liberalen vaak voor strengere maatregelen dan de EVP en S&D. En nu deze twee centrumpartijen geen meerderheid meer hebben, zouden de groenen of liberalen in ruil voor strengere milieunormen die meerderheid kunnen leveren.

En de groenen hebben een wensenlijstje: ze willen bijvoorbeeld dat er vanaf 2030 geen benzine- of dieselauto’s meer worden verkocht. In een aantal EU-lidstaten is er al een discussie over een verbod op de verkoop van benzine- en dieselauto’s, waaronder in Nederland, maar het is nog onduidelijk hoe dat in de praktijk is in te voeren. Stel dat Denemarken wel zo een verbod heeft, maar Duitsland niet: hoe voorkomt Denemarken dan dat Deens benzineliefhebbers een auto in Duitsland kopen?

Boete voor sjoemelauto

Een aantal autogerelateerde wetten en regels zijn al afgesproken en zullen in de komende jaren ingaan. Zoals de Europese Commissie vanaf volgend jaar strenger kan optreden tegen dieselsjoemelaars. In geval van dralende nationale autoriteiten zou de Commissie boetes van wel 30 duizend euro per sjoemelauto kunnen opleggen. Ook is afgesproken dat de CO2-uitstoot van auto’s in 2030 met 37,5 procent moet zijn gedaald vergeleken met 2021. Wat nog boven de markt hangt, is een reactie op een belangrijke Dieselgate-uitspraak van het Europese Hof van Justitie, vorig jaar december. Het Hof zei dat een versoepeling van de dieselnormen tegenstrijdig was met het EU-recht.

De verantwoordelijke eurocommissaris voor industrie Elzbieta Bienkowska is tegen die uitspraak in beroep gegaan, maar beloofde ook nieuwe regels om te voorkomen dat er een juridisch vacuüm zou ontstaan. Bienkowska, die nog maar vijf maanden eurocommissaris is, heeft het nieuwe wetsvoorstel echter nog niet openbaar gemaakt – terwijl goedkeuring van het Europees Parlement nodig is.

Zelfrijdend en connected

In het bericht dat Acea vlak voor de verkiezingen stuurde, stond een wensenlijstje voor het nieuwe Europees Parlement, met bovenaan het steunen van de introductie van connected en zelfrijdende auto’s. Daar lijkt een meerderheid voor te zijn. De Europese liberalen hadden het stimuleren van de ontwikkeling van de zelfrijdende auto net als de EVP prominent in hun verkiezingsmanifest staan. “De EU moet de eerste zijn die zelfrijdende voertuigen op haar wegen mogelijk maakt en innovatieve oplossingen voor de ‘last mile’ van leveringen,” aldus het manifest van de liberalen. Ook benadrukken de liberalen dat auto’s emissieloos moeten zijn.

De kleur van het Europees Parlement is voor de autobranche belangrijk, omdat het parlement immers de door de EC ingediende wetsvoorstellen keurt. De kans is aanwezig dat strengere milieunormeringen eerder zullen worden goedgekeurd, anderzijds hangt dat vooral af van hoe de nieuwe Europese Commissie – die na de zomer zal worden geïnstalleerd – eruit ziet, en wie de posities voor Klimaat en Industrie invullen. Acea zal het met argusogen volgen.

Geplaatst in rubriek:
Peter Teffer
Peter Teffer

Peter Teffer is freelance journalist en auteur van het boek Dieselgate. Voor Automotive houdt hij de autogerelateerde ontwikkelingen in Brussel in de gaten.