Gezamenlijk bedrijf leden ABS en AAS brengt ketens in verlegenheid
Drie schadeherstelbedrijven van twee verschillende ketens, ABS Autoherstel en AAS Schadeherstel, die een gezamenlijke bv runnen: kan dat? Of moeten ze dan kiezen voor één van de ketens? Over die vraag breken de ketendirecties van AAS en ABS momenteel hun hoofd. Met de gezamenlijke activiteiten richt HTH zich nadrukkelijk op de regionale markt en worden er geen landelijke opdrachtgevers bediend: die contacten liggen bij de centrale ketenorganisaties. Met HTH zeggen de drie ondernemers hun positie in de regio te willen versterken en halen ze regionale opdrachtgevers (vooral dealers) en ongestuurde deuken binnen.
Het verzorgingsgebied van HTH ligt in de regio Vaassen (Chris Tiemessen), Deventer (Raymon Hannink) en Apeldoorn (Arnold Hagen). Hagen was één van de initiators en voormalig voorzitter van AAS en Tiemessen is prominent lid van ABS. De drie schadeherstellers werken al langer met elkaar samen en besloten eind 2016 de gezamenlijke bv HTH op te richten, waarin ze alle drie een gelijkwaardig aandeel in hebben. “Het streven is om HTH op termijn nog meer centraal aan te sturen zodat we optimale schaalvoordelen hebben en de gezamenlijke capaciteit nog efficiënter kunnen inzetten”, zo bevestigen de betrokken ondernemers aan Automotive. Dat de samenwerking gevoelig ligt, blijkt wel uit het feit dat ze niet voor dit artikel geciteerd willen worden.
In verlegenheid
De verregaande samenwerking tussen de drie bedrijven van verschillende ketens heeft de ketendirecties in verlegenheid gebracht. Beide ketenorganisaties (AAS telt 80 vestigingen, ABS heeft er 77) pleiten voor samenwerking, maar lijken vooralsnog niet goed raad te weten met dit ketenoverschrijdende initiatief. Beide ketens zijn van begin van af aan op de hoogte van de activiteiten, zo bevestigt Nico Stolk, directeur van ABS. Hij wil verder geen inhoudelijk commentaar geven. Ook AAS-directeur Nicole Spenkelink wil niet ingaan op de vraag hoe het samenwerkingsverband zich verhoudt tot het ketenlidmaatschap. Naar verluidt hebben ze de aangesloten leden “de tijd en ruimte willen geven om te ontdekken hoe de samenwerking zich ontwikkelt”.Lees hier het interview in Automotive 1-2018 met Chris Tiemessen en zijn zoon Wesley over de toekomst van het bedrijf.
Essentieel punt is dat de collectieve ketenbelangen en landelijke afspraken met opdrachtgevers niet worden geschaad of conflicterend zijn met de activiteiten van HTH. Daar lijkt de voornaamste zorg bij de ketens te zitten: in hoeverre zetten dit soort samenwerkingsverbanden de gezamenlijke positie en uitstraling van de keten, en contracten met opdrachtgevers, onder druk? De vraag is of drie bedrijven regionaal onder twee verschillende ketennamen actief kunnen blijven of dat ze voor één van beide moeten kiezen? De andere optie is: ketenloos verder gaan. De kwestie legt in ieder geval genadeloos het spanningsveld bloot tussen de collectieve ketenbelangen en individuele ondernemersbelangen.
