VOC kijkt na roerige periode met vertrouwen naar de toekomst

Interview | Elise Gerritsen (VOC): ‘We zijn aan alle kanten uitgedaagd’

Luberto van Buiten Luberto van Buiten
• Laatste update:
Elise Gerritsen: we hebben de zaak weer op de rit. (Fotografie: Echt Mooi Fotografie)

Elise Gerritsen, sinds april dit jaar directeur bij Vakopleiding Carrosserie (VOC), meldt het gelijk maar, vriendelijk doch dringend: ze heeft niet zoveel zin om de handel en wandel van haar voorgangers bij VOC te bespreken, of überhaupt te bespreken wat er zoal is voorgevallen voordat ze werd aangesteld als lid van de Raad van Toezicht. Wel merkte ze bij haar entree dat VOC niet lang daarvoor door een flinke storm had gevaren.

Die storm in een notendop: VOC zou via een overname van opleider TOI de opleiding Autotech implementeren in een nieuwe bv VOC Concepts, maar dat liep spaak. Mede door een hoogoplopende strijd tussen de toenmalige directeur en RvT die uiteindelijk leidde tot een (door VOC verloren) ontslagprocedure voor de kantonrechter. Eerder dit jaar werd er uiteindelijk alsnog afscheid genomen. In deze periode tussen mei en januari 2020, kwamen en vertrokken Nico Moolenaar en Piet Hompus als (interim) directeur.

Er is nogal wat gebeurd bij VOC; juist toen de boel op de rit leek, vertrok de pas aangestelde directeur Piet Hompus. Waarom heb jij die functie overgenomen, als lid van de RvT?

“De timing van het vertrek van Piet was zakelijk gezien hoogst ongelukkig. Maar als iemand zijn hart volgt, kun je hem niet tegenhouden. We wilden echter niet weer een nieuwe directeur van buitenaf aanstellen; met zoveel wisselingen houd je onrust. Ik heb in de RvT toen mijn vinger opgestoken. Het leek me een erg mooie klus.”

Welke opdracht krijg je mee?

“De voornaamste opdracht is om VOC zo snel mogelijk weer krachtig op eigen benen te laten staan en het bedrijf weer financieel stabiel te maken. Er zijn veel ontwikkelingen die een grote impact hebben op het onderwijs: van de toenemende complexiteit van schades en de veranderende normering tot en met de coronacrisis. Wij moeten snel op deze veranderingen inspelen. De grootste uitdaging, branchebreed, is om technisch talent te binden en te boeien. Te weinig techniekstudenten kiezen voor de autotechniek. Wij moeten het vak aantrekkelijker maken. Ik zie daarin wel een rol voor online mogelijkheden zoals gaming en e-learning, dat spreekt de huidige generatie jongeren aan. Wij moeten opleidingen ontwikkelen die hierop aansluiten. Ik zeg wel eens: laten we onszelf beschouwen als een startup van 70 jaar, om een transformatie maken naar betaalbaar modern onderwijs.”

Hoe trof je de organisatie aan bij binnenkomst?

“De aandacht ging in 2020 uit naar een samenwerkingsverband dat er uiteindelijk niet is gekomen. Natuurlijk heeft dat impact op de organisatie: vanwege de teleurstelling dat het niet van de grond is gekomen, maar ook omdat we met die samenwerking juist snel nieuwe opleidingen wilden aanbieden en die route dus spaak liep. Toen bleek dat de samenwerking op niets zou uitlopen, zijn we zelf versneld die opleidingen gaan neerzetten, zoals de opleiding Frontoffice Pro en Eerste Autoschadetechnicus.”

Een aantal klanten is vertrokken. We hebben ook wel wat vertrouwen terug te winnen

“Ik ben enorm positief over de veerkracht van onze mensen. Die hebben in de afgelopen tijd veel meegemaakt. En dan doel ik niet alleen op de interne strubbelingen rond de overname van TOI of het vertrek van de directeur, maar hoe je in tijden van corona op afstand tóch interessante opleidingen kunt bieden aan de leerlingen. Wij zijn echt aan alle kanten uitgedaagd.”

“Verder hebben we ook extern wel wat vertrouwen terug te winnen. Loyale klanten zijn gebleven, een aantal is vertrokken . Ik vind het niet correct te zeggen welke partijen dat zijn, maar ik heb er ook begrip voor. Het is aan ons om ze weer terug te halen. Daarnaast willen we ook onze relaties met de importeurs weer verder versterken.”

Eén van de kritieken die VOC kreeg is dat het niet op tijd inspeelde op de vraag naar een opleiding voor de meest geavanceerde techniek. Daardoor zou concurrent Autotech kunnen ontstaan. Hoe kijk jij hier tegenaan?

“Wij hebben alles in huis om schadeherstellers op te leiden om ook de nieuwste auto’s te herstellen. Je moet de basis begrijpen, anders begrijp je de nieuwe technologie ook niet. We kunnen dus wel  sterk focussen op alle nieuwe zaken, maar de bestaande opleidingen blijven minstens zo belangrijk. Van alle competenties die nodig zijn, ligt meer dan 80 procent op MBO-3 niveau. En niet op MBO 4, of Nijenrode, of wat ik allemaal wel niet hoor. Het is belangrijk als sector dat we deze specialistische opleidingen vorm geven, waarbij de uitdaging ligt in het betaalbaar kunnen aanbieden. Er is simpelweg nog te weinig volume in. Mochten ook Focwa en Bovag de noodzaak tot dit soort specialistische opleidingen zien, dan moeten we erover praten.”

De ontwikkelingen vertalen zich ook in de onlangs geïntroduceerde nieuwe plusnorm. Is daar ook een aparte opleiding voor nodig?

“Dat denk ik niet; het is vooral zaak de bestaande opleidingen te updaten. Ik denk dat onze opleiding tot Frontofficemedewerker hier bijvoorbeeld perfect op aansluit: er wordt veel meer technische kennis vereist aan de voorkant, om de inname van een voertuig goed te laten verlopen en de juiste inschatting te kunnen maken van de schade.”

Je stelt dat voor het betaalbaar aanbieden van opleidingen juist volume nodig is. Dat vraagt om het bundelen van krachten, maar we zien in de markt juist versnippering: er zijn nu twee brancheverenigingen in plaats van één, en meer opleiders zoals Autotech, maar ook Innovam dat met eigen schadeopleidingen komt. De concurrentie neemt dus alleen maar toe.

“Dat er nu juist versnippering ontstaat, begrijp ik wel. Iedereen is zoekende. De toenemende complexiteit van voertuigen heeft gezorgd voor een bepaalde disbalans:  de branche wordt uit z’n comfortzone gehaald. Concrete antwoorden op vragen zijn er niet, dus iedereen gaat op zoek naar wat volgens hem het beste past. Dat leidt tot frictie. Uiteindelijk ontstaat van daaruit vanzelf een nieuwe evenwicht.”

Zouden VOC en Innovam niet samen moeten gaan? Ik begreep dat hier al wel eens over is gesproken.

“Dat klopt, maar er is voor gekozen om eerst vanuit eigen kracht opleidingen te ontwikkelen; zowel door Innovam als door ons. Die concurrentie kan ook goed zijn: je houdt elkaar scherp. Ik denk wel dat we op lange termijn toe moeten naar een samenwerkingsmodel. De markt is te klein voor meerdere opleiders. Dat zou ook een fusie of overname kunnen zijn met een andere opleider in de branche.”

Wat mij opvalt, is dat partijen een opleiding willen gebruiken als onderdeel van hun onderscheidend vermogen

“Wij zijn nu als lean en mean organisatie ingericht en op sterkte. VOC bestaat nu uit 22 mensen, dat waren er twee jaar geleden nog 34. Een aantal functies is nu parttime ingevuld, zoals die van de commercieel manager (Karen Dijkstra, red) en die van mij; aan de saleskant hebben we een extra stevige bezetting, om de afstand met onze klant – herstelbedrijven, schadeketens en de ROC’s – zo klein mogelijk te maken.”

Er zijn in de schadebranche ook nogal wat stakeholders: opdrachtgevers die zich bemoeien met het opleidingsniveau, ketens die ieder hun eigen wensen hebben, importeurs en individuele herstelbedrijven.

“Wij zijn minder bezig met de tactiek in de markt: er zijn immers nogal wat krachten tussen opdrachtgevers, ketens en individuele herstelbedrijven. Wij moeten ons daar niet te veel mee bezig willen houden. Wat mij in deze branche wel opvalt, is dat partijen een opleiding willen gebruiken als onderdeel van hun onderscheidend vermogen. Daarom moeten er allemaal andere sausjes overheen. Dat maakt een rendabele businesscase voor opleiders lastig. Ik kom uit de logistiek, daar vindt dat soort concurrentie alleen plaats tussen opleiders.”

Hoe zie jij de toekomst van de schade-opleidingen?

“Werk en opleiding horen bij elkaar, dus we moeten toe naar een modulaire opbouw waarbij iemand gedurende zijn werkzame leven continu de juiste opleidingen en trainingen krijgt aangeboden, toegespitst op de stand van de techniek van dat moment. Het liefst op een platform waarop gelijk te zien is welke kennis nog up-to-date is en welke een opfrisbeurt nodig heeft. De vraag uit de markt is: zijn mijn mensen bij met een diploma uit 2015? Daarin willen ze inzicht en dat is vrij eenvoudig te realiseren. Inderdaad, een beetje zoals via de updates van je telefoon. Het verschil is echter dat bij de telefoon, iedereen automatisch de eerstvolgende update krijgt; elke telefoon is dus in principe bij. In opleidingsland kan de ene werknemer op update 4 zitten en de andere op 8, om de metafoor door te trekken. Je wil wel gelijk inzichtelijk hebben wie op welk niveau zit.”

Geplaatst in rubriek:
Luberto van Buiten
Luberto van Buiten

Luberto van Buiten (’76) ging in 2006 aan de slag bij Automotive. Hij was als hoofdredacteur eindverantwoordelijk voor de redactionele inhoud van sites en magazines van het cluster Auto & Fleet van ProMedia, en beheerde voor Automotive de portefeuilles verhuur en leasing. In zijn vrije tijd speelt Luberto gitaar in Nederpopband Laagland, tennist en loopt – zo af en toe – hard. Op 1 januari 2023 maakte hij bij ProMedia de overstap naar de functie van uitgever bij de divisie Rail & Cargo.

Interview | Elise Gerritsen (VOC): ‘We zijn aan alle kanten uitgedaagd’ | Automotive Online
VOC kijkt na roerige periode met vertrouwen naar de toekomst

Interview | Elise Gerritsen (VOC): ‘We zijn aan alle kanten uitgedaagd’

Luberto van Buiten Luberto van Buiten
• Laatste update:
Elise Gerritsen: we hebben de zaak weer op de rit. (Fotografie: Echt Mooi Fotografie)

Elise Gerritsen, sinds april dit jaar directeur bij Vakopleiding Carrosserie (VOC), meldt het gelijk maar, vriendelijk doch dringend: ze heeft niet zoveel zin om de handel en wandel van haar voorgangers bij VOC te bespreken, of überhaupt te bespreken wat er zoal is voorgevallen voordat ze werd aangesteld als lid van de Raad van Toezicht. Wel merkte ze bij haar entree dat VOC niet lang daarvoor door een flinke storm had gevaren.

Die storm in een notendop: VOC zou via een overname van opleider TOI de opleiding Autotech implementeren in een nieuwe bv VOC Concepts, maar dat liep spaak. Mede door een hoogoplopende strijd tussen de toenmalige directeur en RvT die uiteindelijk leidde tot een (door VOC verloren) ontslagprocedure voor de kantonrechter. Eerder dit jaar werd er uiteindelijk alsnog afscheid genomen. In deze periode tussen mei en januari 2020, kwamen en vertrokken Nico Moolenaar en Piet Hompus als (interim) directeur.

Er is nogal wat gebeurd bij VOC; juist toen de boel op de rit leek, vertrok de pas aangestelde directeur Piet Hompus. Waarom heb jij die functie overgenomen, als lid van de RvT?

“De timing van het vertrek van Piet was zakelijk gezien hoogst ongelukkig. Maar als iemand zijn hart volgt, kun je hem niet tegenhouden. We wilden echter niet weer een nieuwe directeur van buitenaf aanstellen; met zoveel wisselingen houd je onrust. Ik heb in de RvT toen mijn vinger opgestoken. Het leek me een erg mooie klus.”

Welke opdracht krijg je mee?

“De voornaamste opdracht is om VOC zo snel mogelijk weer krachtig op eigen benen te laten staan en het bedrijf weer financieel stabiel te maken. Er zijn veel ontwikkelingen die een grote impact hebben op het onderwijs: van de toenemende complexiteit van schades en de veranderende normering tot en met de coronacrisis. Wij moeten snel op deze veranderingen inspelen. De grootste uitdaging, branchebreed, is om technisch talent te binden en te boeien. Te weinig techniekstudenten kiezen voor de autotechniek. Wij moeten het vak aantrekkelijker maken. Ik zie daarin wel een rol voor online mogelijkheden zoals gaming en e-learning, dat spreekt de huidige generatie jongeren aan. Wij moeten opleidingen ontwikkelen die hierop aansluiten. Ik zeg wel eens: laten we onszelf beschouwen als een startup van 70 jaar, om een transformatie maken naar betaalbaar modern onderwijs.”

Hoe trof je de organisatie aan bij binnenkomst?

“De aandacht ging in 2020 uit naar een samenwerkingsverband dat er uiteindelijk niet is gekomen. Natuurlijk heeft dat impact op de organisatie: vanwege de teleurstelling dat het niet van de grond is gekomen, maar ook omdat we met die samenwerking juist snel nieuwe opleidingen wilden aanbieden en die route dus spaak liep. Toen bleek dat de samenwerking op niets zou uitlopen, zijn we zelf versneld die opleidingen gaan neerzetten, zoals de opleiding Frontoffice Pro en Eerste Autoschadetechnicus.”

Een aantal klanten is vertrokken. We hebben ook wel wat vertrouwen terug te winnen

“Ik ben enorm positief over de veerkracht van onze mensen. Die hebben in de afgelopen tijd veel meegemaakt. En dan doel ik niet alleen op de interne strubbelingen rond de overname van TOI of het vertrek van de directeur, maar hoe je in tijden van corona op afstand tóch interessante opleidingen kunt bieden aan de leerlingen. Wij zijn echt aan alle kanten uitgedaagd.”

“Verder hebben we ook extern wel wat vertrouwen terug te winnen. Loyale klanten zijn gebleven, een aantal is vertrokken . Ik vind het niet correct te zeggen welke partijen dat zijn, maar ik heb er ook begrip voor. Het is aan ons om ze weer terug te halen. Daarnaast willen we ook onze relaties met de importeurs weer verder versterken.”

Eén van de kritieken die VOC kreeg is dat het niet op tijd inspeelde op de vraag naar een opleiding voor de meest geavanceerde techniek. Daardoor zou concurrent Autotech kunnen ontstaan. Hoe kijk jij hier tegenaan?

“Wij hebben alles in huis om schadeherstellers op te leiden om ook de nieuwste auto’s te herstellen. Je moet de basis begrijpen, anders begrijp je de nieuwe technologie ook niet. We kunnen dus wel  sterk focussen op alle nieuwe zaken, maar de bestaande opleidingen blijven minstens zo belangrijk. Van alle competenties die nodig zijn, ligt meer dan 80 procent op MBO-3 niveau. En niet op MBO 4, of Nijenrode, of wat ik allemaal wel niet hoor. Het is belangrijk als sector dat we deze specialistische opleidingen vorm geven, waarbij de uitdaging ligt in het betaalbaar kunnen aanbieden. Er is simpelweg nog te weinig volume in. Mochten ook Focwa en Bovag de noodzaak tot dit soort specialistische opleidingen zien, dan moeten we erover praten.”

De ontwikkelingen vertalen zich ook in de onlangs geïntroduceerde nieuwe plusnorm. Is daar ook een aparte opleiding voor nodig?

“Dat denk ik niet; het is vooral zaak de bestaande opleidingen te updaten. Ik denk dat onze opleiding tot Frontofficemedewerker hier bijvoorbeeld perfect op aansluit: er wordt veel meer technische kennis vereist aan de voorkant, om de inname van een voertuig goed te laten verlopen en de juiste inschatting te kunnen maken van de schade.”

Je stelt dat voor het betaalbaar aanbieden van opleidingen juist volume nodig is. Dat vraagt om het bundelen van krachten, maar we zien in de markt juist versnippering: er zijn nu twee brancheverenigingen in plaats van één, en meer opleiders zoals Autotech, maar ook Innovam dat met eigen schadeopleidingen komt. De concurrentie neemt dus alleen maar toe.

“Dat er nu juist versnippering ontstaat, begrijp ik wel. Iedereen is zoekende. De toenemende complexiteit van voertuigen heeft gezorgd voor een bepaalde disbalans:  de branche wordt uit z’n comfortzone gehaald. Concrete antwoorden op vragen zijn er niet, dus iedereen gaat op zoek naar wat volgens hem het beste past. Dat leidt tot frictie. Uiteindelijk ontstaat van daaruit vanzelf een nieuwe evenwicht.”

Zouden VOC en Innovam niet samen moeten gaan? Ik begreep dat hier al wel eens over is gesproken.

“Dat klopt, maar er is voor gekozen om eerst vanuit eigen kracht opleidingen te ontwikkelen; zowel door Innovam als door ons. Die concurrentie kan ook goed zijn: je houdt elkaar scherp. Ik denk wel dat we op lange termijn toe moeten naar een samenwerkingsmodel. De markt is te klein voor meerdere opleiders. Dat zou ook een fusie of overname kunnen zijn met een andere opleider in de branche.”

Wat mij opvalt, is dat partijen een opleiding willen gebruiken als onderdeel van hun onderscheidend vermogen

“Wij zijn nu als lean en mean organisatie ingericht en op sterkte. VOC bestaat nu uit 22 mensen, dat waren er twee jaar geleden nog 34. Een aantal functies is nu parttime ingevuld, zoals die van de commercieel manager (Karen Dijkstra, red) en die van mij; aan de saleskant hebben we een extra stevige bezetting, om de afstand met onze klant – herstelbedrijven, schadeketens en de ROC’s – zo klein mogelijk te maken.”

Er zijn in de schadebranche ook nogal wat stakeholders: opdrachtgevers die zich bemoeien met het opleidingsniveau, ketens die ieder hun eigen wensen hebben, importeurs en individuele herstelbedrijven.

“Wij zijn minder bezig met de tactiek in de markt: er zijn immers nogal wat krachten tussen opdrachtgevers, ketens en individuele herstelbedrijven. Wij moeten ons daar niet te veel mee bezig willen houden. Wat mij in deze branche wel opvalt, is dat partijen een opleiding willen gebruiken als onderdeel van hun onderscheidend vermogen. Daarom moeten er allemaal andere sausjes overheen. Dat maakt een rendabele businesscase voor opleiders lastig. Ik kom uit de logistiek, daar vindt dat soort concurrentie alleen plaats tussen opleiders.”

Hoe zie jij de toekomst van de schade-opleidingen?

“Werk en opleiding horen bij elkaar, dus we moeten toe naar een modulaire opbouw waarbij iemand gedurende zijn werkzame leven continu de juiste opleidingen en trainingen krijgt aangeboden, toegespitst op de stand van de techniek van dat moment. Het liefst op een platform waarop gelijk te zien is welke kennis nog up-to-date is en welke een opfrisbeurt nodig heeft. De vraag uit de markt is: zijn mijn mensen bij met een diploma uit 2015? Daarin willen ze inzicht en dat is vrij eenvoudig te realiseren. Inderdaad, een beetje zoals via de updates van je telefoon. Het verschil is echter dat bij de telefoon, iedereen automatisch de eerstvolgende update krijgt; elke telefoon is dus in principe bij. In opleidingsland kan de ene werknemer op update 4 zitten en de andere op 8, om de metafoor door te trekken. Je wil wel gelijk inzichtelijk hebben wie op welk niveau zit.”

Geplaatst in rubriek:
Luberto van Buiten
Luberto van Buiten

Luberto van Buiten (’76) ging in 2006 aan de slag bij Automotive. Hij was als hoofdredacteur eindverantwoordelijk voor de redactionele inhoud van sites en magazines van het cluster Auto & Fleet van ProMedia, en beheerde voor Automotive de portefeuilles verhuur en leasing. In zijn vrije tijd speelt Luberto gitaar in Nederpopband Laagland, tennist en loopt – zo af en toe – hard. Op 1 januari 2023 maakte hij bij ProMedia de overstap naar de functie van uitgever bij de divisie Rail & Cargo.