Eerste hulp bij turboschade: vervang ook de intercooler
Naast een turbo zit in vrijwel iedere moderne diesel ook een intercooler om voor een betere verbranding en meer vermogen te zorgen. Over de problemen die kunnen ontstaan na het vervangen van een defecte turbo is al veel gezegd en geschreven. Onder meer dat de olie ververst moet worden en het systeem goed moet worden doorgespoeld om vervuiling en afgebroken deeltjes van de turbo uit de motor en de oliekanaaltjes te krijgen. Toch is dat niet genoeg vindt producent van onder meer intercoolers Nissens.
Overdruk
Volgens de Deense fabrikant is spoelen vaak niet genoeg om alle vervuiling uit de koeler te krijgen en gaan deze onderdelen na een turboschade vaak lekken door overdruk. “Het plastic van de reservoirs kan vervormen waardoor lekkage optreedt. Indien vervuiling achterblijft na het vervangen van de turbo kan een verstopping optreden waardoor de systeemdruk te hoog wordt.”
Hetzelfde probleem kan zich volgens Nissens voordoen wanneer de output van de turbo handmatig is verhoogd. De verhoogde druk zal ook in de intercooler zorgen voor een hogere druk waardoor de kans ontstaat dat de reservoirs gaan lekken. “Als een monteur een nieuwe turbo installeert, zonder de intercooler te controleren, zal het systeem een hogedruktest uitvoeren waarbij het risico is dat vervuiling uit de intercooler rechtstreeks de verbrandingskamer wordt ingeblazen met kans op motorschade.”
Eigen parochie
Als producent van turbo’s en intercoolers is het logisch dat Nissens adviseert om deze onderdelen zo vaak mogelijk te vervangen, maar motorschade of een nieuwe turbo die opnieuw stuk loopt omdat er vuil is achtergebleven of omdat de oorzaak van de storing niet is opgelost, pakt meestal duurder uit.
“Om motorschade te voorkomen moet een intercooler altijd worden vervangen nadat de turbo is stukgelopen. Ongeacht de reden voor het falen of vervangen van de intercooler moet altijd grondig worden gezocht naar de oorzaak voordat een nieuwe unit wordt gemonteerd. De andere onderdelen van het systeem zoals de turbo, carterventilatie, uitlaatgasrecirculatie, luchttoevoer naar de turbo en uitlaatsysteem moeten ook worden gecontroleerd om nieuwe storingen te voorkomen.”
Stappenplan
Hierbij adviseert Nissens de volgende stappen te doorlopen:
- Controleer de luchtgeleiding tussen de turbo en de intercooler om er zeker van te zijn dat er geen vervuiling/resten of blokkades aanwezig zijn;
- Controleer de luchtgeleiding tussen de intercooler en het inlaatspruitstuk om er zeker van te zijn dat er geen vervuiling/resten of blokkades aanwezig zijn;
- Reinig/vervang de beschadigde, geblokkeerde of vervuilde luchtgeleiding en bijbehorende onderdelen;
- Vervang alle luchtgeleidingspakkingen, koelvloeistofaansluitingen (in het geval van een watergekoelde intercooler) zoals voorgeschreven;
- Zorg ervoor dat alle verbindingen goed vastzitten en er geen valse lucht wordt aangezoge;
- Gebruik altijd een lek-tester tussen de turbo en inlaat na montage van een nieuwe turbo, intercooler, buizen en slangen;
- Controleer de vuldruk met een manometer of met een tester op de OBD.
Olieresten verstoppen de intercooler en zorgen voor een niet of nauwelijks werkende intercooler.
Bij een te hoge systeemdruk kunnen de reservoirs vervormen.
Lamellen en kanalen zijn beschadigd en vervormd door een te hoge druk. De grote hoeveelheid olie wijst op een systeemdrukfout.
